Microdilatatieprofielen
Microdilatatievoegen zijn kleine openingen in vloeren en wanden om lokale bewegingen op te vangen die ontstaan als gevolg van drogingskrimp, thermische uitzetting en kruip.
Wat zijn microdilatatievoegen?
Microdilatatievoegen zijn kleine openingen in vloeren en wanden om lokale bewegingen op te vangen die ontstaan als gevolg van drogingskrimp, thermische uitzetting en kruip.
Microdilatatievoegen in wanden
In wanden worden deze voegen vaak gevuld met een strip van gesloten-cellenschuim afgewerkt met kit. Daarbij moet worden opgelet dat een geschikt type kit wordt gebruikt met de correcte breedte-diepte ratio zoals aangegeven door de fabrikant. Kit moet altijd worden onderhouden en periodiek worden vervangen.
Microdilatatieprofielen in vloeren
Het gebruik van kit kan problemen opleveren in microdilatati es in vloeren en daarom worden steeds vaker voorgevormde dilatatieprofielen gebruikt. Deze systemen beschermen de randen van kostbare afwerkvloeren en zijn geproduceerd in fabrieksomgevingen zodat ze consistente prestaties bieden. De meeste internationale normen adviseren dat voorgevormde profielen metalen randen moeten hebben in toepassingen met een hoge verkeersfrequentie. Dit staat nader beschreven in de huidige Britse norm met betrekking tot vloertegels:
- BS 5385 Part 3: 2007 ‘ Praktijkrichtlijn voor ontwerp en installatie van interne en externe keramische en mozaïek vloertegels onder normale omstandigheden’
- BS 5385 Part 5: 2009 ‘Praktijkrichtlijn voor ontwerp en installatie van terrazzo, natuursteen, composiet stenen tegels en betonvloeren’
Waar moeten microdilataties worden geplaatst?
Vloervelden, afmetingen en internationale normen
Microdilatatieprofielen worden geplaatst tussen bestrating om vloervelden te vormen zodat vervorming als gevolg van drogingskrimp, thermische uitzetting, krimp en kruip kan worden verdeeld. Ieder vloerveld ligt geïsoleerd van de aangrenzende velden en de dilataties openen en sluiten zich naarmate er belastingen optreden. Figuur 4 laat een typische configurati e zien van vloervelden. Internationale publicaties houden in toenemende mate de volgende norm aan voor de aanbevolen afmetingen van vloervelden:
- Micro-vloervelden van 6 x 6 meter voor interne bestrating.
- Micro-vloervelden van 3 x 3 meter voor externe bestrating.
Microvoegen in externe vloervelden in warmere klimaten moeten een grotere bewegingsfaciliteit hanteren om grotere temperatuurschommelingen op te vangen.
Hoe is de aanbevolen vloerveldafmeting tot stand gekomen?
De specifieke krachten die de basis vormen voor de afmeting van een vloerveld vloeien rechtstreeks voort uit de drogingskrimp en thermische uitzettingscoëfficiënt van de gebruikte materialen.
Drogingskrimp
De typische krimp van een dekvloer of zand-cement dekvloer is + 0,2% van de overspanningslengte. Typisch C20 / 25 beton heeft een krimp van 0,3% van de overspanning echter het verlaagde watergehalte (kubusdruksterkte) van dekvloeren en semi-droge substraat betekent dat deze krimpfactor verminderd wordt. De krimp van 6 meter overspanning van semi-droge substraat wordt uitgesplitst in twee elementen:
- Vloerveldverkorting betekent dat de lengte van het vloerveld vermindert. Hiervoor wordt gewoonlijk 0,15% van de vloerveldlengte gerekend, wat overeenkomt met 0,9 mm over een overspanning van 6 meter.
- Micro-fracturen zijn verantwoordelijk voor de overige 0,05% krimp van het semi-droge substraat. Zolang er gebruik wordt gemaakt van microdilatatieprofielen hebben deze krimpscheurtjes geen nadelig effect op de vloerafwerking of vloerveldlengte.
Om aan de praktijkrichtlijn voor ontwerp en installatie te voldoen gaan we derhalve uit van een krimpfactor van -1,0 mm over een veldlengte van 6 meter.
Thermische uitzetting en krimp
De huidige Britse praktijkrichtlijn voor ontwerp en installatie (BS 5385: deel 5 2009) adviseert dat:
‘Waar hoge temperaturen te verwachten zijn, is een (her)evaluatie nodig om te bepalen of het temperatuurbereik en corresponderende lineaire uitzettingscoëfficiënt aanleiding geeft, aanpassingen te realiseren om extra beweging op te vangen.’
De thermische uitzetting en krimp van de vloer is afhankelijk van:
a) De lineaire thermische uitzettingscoëfficiënt van de gebruikte materialen
b) Temperatuurverschillen tussen de materialen onderling
c) De afstanden tussen de dilataties
Voorbeeld
Als voorbeeld nemen we de lineaire uitzettingscoëfficiënt van graniet (8 x 10-6 mm/mm/°K) met een temperatuurvariatie van +/-20°C met een overspanning van 6 meter. Dit resulteert in een periodieke beweging van: 8.0 x 10-6 x 6000 x 20 = +/- 0,96 mm. Hieruit kunnen we concluderen dat een microdilatatievloer-veld van 6 meter een beweging van +/-1,0 mm moet kunnen opvangen als gevolg van de thermische bewegingscyclus.